Oude ezels hebben het snel koud
Oude ezels hebben moeite om hun lichaam op temperatuur te houden (37 graden Celsius). Met onze winters hebben ze daarom een goede stalbedekking nodig en als de dagen echt koud en nat zijn, is een warme deken absolute noodzaak.

Meten is weten: Voorkom dat de ezel onderkoeld raakt, want dan zijn ze moeilijk weer warm te krijgen. Bovendien ontwikkelen ze gas in de darmen doordat ze het te koud hebben en dat geeft weer koliek. Dat wordt er gezegd, mijn ezel is dood gegaan aan koliek, maar eigenlijk is het onderkoelen de oorzaak!
Dit is wellicht een van de redenen dat de ezel in Nederland gemiddeld maar 21 jaar wordt.
Heeft u daarom een ezel van 18 jaar en ouder? Zorg voor een warme stal waar hij kan liggen in stro, zaagsel, vlas of een rubberen mat. Doe met slecht weer (kou, regen, wind, sneeuw) tijdig een deken op en zorg voor voldoende ruwvoer in de vorm van hooi en stro.

Voederplaatsen
Met etenstijd is het in de opvang altijd een drukte van belang. De ezels die bijgevoerd worden hebben een vaste plek waar ze hun voerbakje geserveerd krijgen. De meeste ezels gaan rond etenstijd netjes op hun eigen plek staan: Zo, ik ben er klaar voor, lijken ze dan te zeggen.

Ezels en het rhino-virus
In de paardenwereld is regelmatig onrust vanwege het rhinopneumonievirus (equine herpes virus). De Ezelsociëteit krijgt veel vragen van mensen die willen weten of dit ademhalingsvirus ook voor ezels gevaarlijk is. Daarom hieronder wat meer hierover. Er bestaan 8 verschillende typen rhinopneumonie. Ezels kunnen wel rhinopneumonie krijgen, maar ze zijn minder gevoelig voor de serotype’s 1 t/m 5 dan het paard. Het rhinopneumonie-virus bestaat in 8 soorten, die genummerd zijn van EHV 1 t/m 8. Het paard is gevoelig voor serotype 1 t/m 5, de ezel voor serotype 6 t/m 8.Ezels zijn dus wel minder gevoelig voor type’s 1 t/m 5, maar niet volledig ongevoelig! Voorzichtigheid blijft dus geboden en het is af te raden ezels in contact te brengen met paarden met een EHV-infectie!


Tandarts

Alle “Soos-ezels” krijgen meer dan eens te maken met de paardentandarts.
Aangezien de meeste ezels eerst naar het opvangcentrum in Zeist komen vindt daar bijna altijd de 1e kennismaking plaats.
Het gebit van een ezel vertelt veel over de leeftijd, maar ook over het verleden van een ezel. Problemen in het gebit kunnen onder andere leiden tot magere ezels met alle gevolgen van dien.
De Ezelsociëteit werkt samen met de dierenartsen/tandartsen van de Faculteit Diergeneeskunde te Utrecht. Zij bezoeken ook de ezels die op pleegadressen wonen en zorgen ervoor dat de ezels een gezond gebit houden.
Een 1e behandeling kan voor de pleegouders even schrikken zijn.

Bewapend met een mond-sperrer, electrische rasp en vijl stelt de tandarts zich voor.
Als mens denk je aan je eigen tandarts, aan die stoel, aan die lamp en aan wat jouw ezel wel niet zal denken.
Maar de ervaring leert dat de meeste ezels zich rustig gedragen en het geheel over zich heen laten komen.
De tandarts voelt eerst in de mond van de ezel en kijkt om een algemene indruk te krijgen.
Scherpe randen en haken op de kiezen worden op deze manier gevonden.
Als er een verdere behandeling nodig is (bijvoorbeeld het trekken van een wolfskies of het maken van bit-seats) krijgt de ezel meestal een roesje.
Deze injectie moet toegediend worden door een dierenarts.

De ezel wordt daar wat rustiger van, zodat de behandeling minder stressvol is.
De tandarts kan nu de mond-sperrer plaatsen en de mond van de ezel zo ver openen zodat de behandeling plaats kan vinden.
Dit ziet er misschien wat eng uit, maar als je je realiseert dat sommige ezels amper kunnen eten of dat hun gebit in het verleden zoveel geleden heeft (bv door een verkeerd bit of het continue trekken aan een bit door ‘de mens’ ) dan vergeet je snel het plaatje en kijk je verder, naar het resultaat.
Als de tandarts klaar is met de behandeling wordt de mond van de ezel schoongespoeld met een waterspuit, gevuld met lauw water.
De mond-sperrer wordt verwijderd en de ezel kan rustig bijkomen van het roesje.

Het is verstandig om de ezel de 1e twee uur niets te laten eten, zorg dus dat de stal van tevoren leeg is, zodat er geen stro of hooi ligt om van te knabbelen.
Sommige ezels worden 1 keer per jaar bezocht, andere vaker of juist minder vaak.
Dit hangt helemaal af van het gebit en de leeftijd van de ezel.

Een oudere ezel zal sneller problemen krijgen met het gebit, net zoals wij mensen.
De ezel op de foto hierboven is merrie Fiona, 30 jaar. Zij werd behandeld door dierenarts/tandarts Aukje van Sommeren.


Ezels met een broek aan!

Op de foto ziet u Wei en Greetje en ja, ze dragen broeken! Vooral bij de wat oudere ezels zitten de vliegen graag op de benen. Zij steken de ezels, wat natuurlijk erg pijnlijk is voor de dieren. Natuurlijk kun je dan wel met vliegenspray aan de slag gaan, maar een broek is makkelijker en werkt veel beter. De broeken zijn nagemaakt door een donateur. Ze gebruikte als voorbeeld de broeken die de ezels in het westen van Frankrijk altijd droegen als ze in de zoutpannen aan het werk waren in de buurt van La Rochelle.